Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

opsouperen

betekenis & definitie

betekenis
opmaken, volledig verbruiken

uitspraak
[op-soe-pee-ruhn]

citaat
"Die steun is noodzakelijk om de enorme uitstroom bij de bankente compenseren. Door de grote bedragen die worden weggesluisd, hebben de banken die buffer echter al zo goed als volledig opgesoupeerd."
Bron: Griekse banken blijven zeker een week dicht (HP/De Tijd, 29 juni 2015)

woordfeit
Zoals opeten 'al etend opmaken' betekent en opdrinken 'al drinkend opmaken', zo is de letterlijke betekenis van opsouperen 'al souperend opmaken'. Souperen is een enigszins verouderd woord voor 'de avondmaaltijd gebruiken'. Het is ontleend aan het Franse souper, dat is afgeleid van soupe 'soep'.
Opsouperen wordt vooral in figuurlijke zin gebruikt. Het heeft dan vaak een wat negatieve bijklank: 'verbrassen, erdoorheen jagen'.