Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

opulent

betekenis & definitie

zeer rijk, weelderig

uitspraak
[o-pu-lent]

citaat
"De grote schoonmaak die Franciscus voor ogen heeft, is een loodzware missie, want er is heel veel rot achter de opulente façades van het machtscentrum van de katholieke kerk."
Bron: woordfeit
Opulent komt via het Frans van het Latijnse opulentus 'rijk', dat een afleiding is van ops 'macht, kracht, rijkdom'. Met ops is vermoedelijk ook optimus 'best' verwant, waarvan later optimum 'gunstigste waarde', optimaal 'gunstigst' en optimisme 'geloof in het beste' zijn afgeleid.
Uit een combinatie van ops met het voorzetsel co(m) 'met' is copieus 'rijkelijk, overvloedig' voortgekomen.