Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

nopen

betekenis & definitie

UIT:
Troonrede (Het Koninklijk Huis, 18 september 2012)

CONTEXT:
De demissionaire status van het huidige kabinet NOOPT tot terughoudendheid bij het doen van nieuwe voorstellen.

:
noodzaken, dwingen

UITSPRAAK:
[no-puhn]

WOORDFEIT:
De oudste betekenis van nopen – het woord komt al zeker sinds de dertiende eeuw voor – is 'aanstoten, aanraken'. Omdat je iemand ergens toe kunt aansporen door hem aan te stoten, kreeg nopen de betekenis 'aansporen'. In de achttiende eeuw ging het 'noodzaken, dwingen' betekenen.
Over de herkomst van het woord is weinig bekend. Er zijn ook geen vergelijkbare woordvormen in de andere Germaanse talen. Mogelijk is het verwant met een oudere vorm van knijpen.
Overigens is uit de vorm nopend 'aanrakend, rakend' het (inmiddels ouderwetse) voorzetsel nopens 'betreffende' ontstaan.