Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

datsja

betekenis & definitie

buitenverblijf

uitspraak
[dat-sja]

citaat
“Dinsdagavond gaf iemand uit de VVD-top enigszins besmuikt toe dat Zijlstra ook in kleine kring zijn verzinsel weleens had opgedist. ‘Hij vertelde zelfs dat er in die datsja flink werd gezopen.’ Op dat moment hadden alle alarmbellen moeten gaan rinkelen, want het is vrij algemeen bekend dat Poetin geen alcohol drinkt.”
Bron: datsja genoemd. De oorspronkelijke betekenis is ‘geschenk, een stuk grond geschonken door een vorst’. Het is afgeleid van het werkwoord dat’, dat ‘geven’ betekent.
Het woord datsja werd ten tijde van de Sovjet-Unie bekend, en is ofwel via Engelse nieuwsberichten ofwel via het Duits in het Nederlands terechtgekomen. Ook in de DDR, het voormalige Oost-Duitsland, werden volkstuintjes buiten de stad en buitenhuisjes wel Datscha of Datsche genoemd.