Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

curiosum

betekenis & definitie

iets zeldzaams, iets bijzonders

uitspraak
[ku-rie-o-sum]

citaat
"Zo gaat het niet in Mijn weg tot de historie, de beknopte autobiografie die Johan Huizinga (1872-1945) kort voor zijn dood voltooide en die een nieuw leven krijgt in een liefdevol toegelicht en geïllustreerd boekje. Als curiosum is een aantal gebeden toegevoegd dat de van huis uit doopsgezinde academicus in de hongerwinter op papier zette."
Bron: woordfeit
Curiosum 'zeldzaamheid, merkwaardigheid' en het synoniem curiositeit zijn verbonden aan het woord curieus 'merkwaardig, vreemd'. Dat komt via het Franse curieux van het Latijnse curiosus, dat allereerst 'zorgvuldig, geïnteresseerd' betekent en vervolgens 'weetgierig, nieuwsgierig'. Curiosus is gevormd van cura 'zorg, aandacht, interesse' en het achtervoegsel -osus 'vol van'.
In de loop der eeuwen hebben deze woorden verschillende betekenissen gehad. Zo kreeg curieus in het Nederlands naast 'nieuwsgierig' de betekenis 'wetenswaardig' en later 'merkwaardig' en 'zeldzaam'. Met name die laatste betekenis ging over op curiositeit (dat ook Franse wortels heeft) en curiosum (dat rechtstreeks uit het Latijn komt).
In het Engels heeft curious nog de betekenis 'nieuwsgierig'; in het Nederlands is die betekenis van curieus in de meeste regio's verdwenen.