Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

BOEZEM

betekenis & definitie

UIT:
Overlast door hevige regen verwacht (Trouw, 26 augustus 2010)

CONTEXT:
Het Hoogheemraadschap Delfland heeft zich gisteren voorbereid op deze naar verwachting kletsnatte dag. Medewerkers hebben mobiele pompen de polder ingereden om overtollig water weg te voeren. Verder zijn de BOEZEMS en waterwegen in de polders verlaagd.

:
wateren die als tijdelijke opslagplaats voor overtollig polderwater dienen

UITSPRAAK:
[boe-zuhm]

WOORDFEIT:
Helemaal zeker is het niet, maar waarschijnlijk zijn boezem in de waterbetekenis en boezem voor 'borst(en)' verwant. Beide woorden gaan terug op een oud woord dat 'uitholling, verbreding, diepte' betekent. Oorspronkelijk duidde het lichaamsdeel boezem dan mogelijk de holte tussen de borsten aan en niet de borsten zelf.