Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

agnost

betekenis & definitie

iemand die van mening is dat je niets met zekerheid kunt zeggen over het bovennatuurlijke

uitspraak
[a-gnost]

citaat
"Mijn geloof is een stuk van mijn identiteit en bron van inspiratie en energie, maar niet iets waarvan ik anderen actief probeer te overtuigen. Deels blijf ik ook een twijfelend agnost, die van Het Bestaan niet al te veel begrijpt."
Bron: woordfeit
Het woord agnost is afgeleid van agnosticisme: de overtuiging dat het niet mogelijk is iets te weten van God of andere zaken die uitstijgen boven de waarneembare werkelijkheid, oftewel van het bovennatuurlijke. Een agnost is iets anders dan een atheïst: een atheïst ontkent het bestaan van een god, een agnost zegt dat mensen niet kunnen weten of er zoiets als een god bestaat.
Het Nederlands heeft agnosticisme ontleend aan het Engelse agnosticism. Dat woord is door de Engelse bioloog en arts Thomas Henry Huxley (1825-1895) gevormd op basis van het Griekse agnostos 'onbekend, onberekenbaar'. Dit bestaat uit het voorvoegsel a- 'niet-' en het woord gnostos 'bekend, kenbaar', een afleiding van gignoskein 'leren kennen, begrijpen'.

< >