Gepubliceerd op 04-08-2020

Kennen

betekenis & definitie

Kennen, bw. gel. (ik kende, heb gekend), door de uiterlijke zinnen waargenomen en in het geheugen bewaard hebben; weten, verstaan; kent gij dien man? ik ken mijne les; te - geven, verklaren, weten; ik ken niemand zoo slecht als den ondankbare; zich zelven niet meer -, overmoedig worden, (ook) buiten zich zelven van toorn zijn; (spr.) ken u zelven (opschrift van het Isis-beeld in Oud-Egypte); overleggen met, raadplegen; ik ben in deze zaak niet gekend; hij mag niets doen zonder den burgemeester vooraf te -.