Aardig, bn. en bijw. (-er, -st), lief, aanvallig, behagelijk, aangenaam; (fig.) wonderlijk (van aard); ongewoon, zonderling, vreemd; netjes.
*-HEID, v. (...heden).
*-LIJK, bijw.
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Aardig, bn. en bijw. (-er, -st), lief, aanvallig, behagelijk, aangenaam; (fig.) wonderlijk (van aard); ongewoon, zonderling, vreemd; netjes.
*-HEID, v. (...heden).
*-LIJK, bijw.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: