Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 02-05-2020

Syncytium

betekenis & definitie

Weefsel waarbij meerdere kernen in een aaneensluitend cytoplasma liggen, niet gescheiden door celmembranen

Syncytia komen door de hele boom van het leven voor, in verschillende contexten. Grofweg kan men vier situaties onderscheiden.

- Tijdelijk syncytium als fase in de ontwikkeling, waarbij de celdelingen uitgesteld worden, bijvoorbeeld bij insecteneieren. Na de bevruchting delen de kernen zich snel en positioneren zich aan de rand van het ei. Pas later worden ze door celmembranen van elkaar gescheiden.
- Syncytia die ontstaan door specifieke verbindingen tussen cellen (gap junctions) waardoor een synchrone prikkelgeleiding mogelijk wordt, bijvoorbeeld in het hart en sommige spieren.
- Opgelegde celfusie, waarbij lokale barrières actief opgelost worden om een intensieve contactzone te creëren. Dit is bekend van parasiet-gastheer-interacties; bijvoorbeeld, plant-parasitaire nematoden maken een syncytium van plantenweefsel.
- Situatie waarin een heel organisme syncytiaal is. Zulke syncytia worden aangetroffen bij glassponzen, oömyceten, schimmels en slijmzwammen.

Ondanks dat in een syncytium meerdere kernen hetzelfde cytoplasma delen is toch soms sprake van een zekere autonomie van de kernen. In een meerkernige schimmelhyfe verlopen de kerndelingen niet noodzakelijkerwijs synchroon. Ook bij slijmzwammen is er een zekere taakverdeling en coördinatie omdat de zwam zich als geheel in een bepaalde richting verplaatst.

Interessant is de vorming van syncytia in de placenta van zoogdieren. De blastocyst vormt bij de innesteling in de baarmoederwand een syncytium met behulp van syncytine-eiwitten die afkomstig zijn van het env-gen van retrovirussen. Dat gen is gecoöpteerd voor een nieuwe functie bij de placentavorming. Deze coöptatie is in de evolutie van de zoogdieren verschillende keren onafhankelijk van elkaar opgetreden, want de syncytines van de verschillende zoogdiergroepen zijn niet homoloog.