Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 23-12-2019

Mamma

betekenis & definitie

Moederborst; melkklier gebruikt voor het zogen van jongen bij zoogdieren

Bij de mens is de melkproductie gelokaliseerd in de borsten, maar oorspronkelijk was het waarschijnlijk een functie van het hele ventrale oppervlak van de moeder, zoals we nog zien bij eierleggende zoogdieren (vogelbekdier). Bij de placentale zoogdieren is het klierweefsel geconcentreerd in een “melkstreep” aan weerszijden tussen de voorste en achterste ledematen. Veel zoogdieren hebben dan ook een rij tepels van voor naar achter (bijvoorbeeld het varken), maar bij koeien zijn alleen de achterste klieren als uiers ontwikkeld en bij primaten en de mens alleen de voorste. Overigens komt bij de mens een zeldzame ontwikkelingsafwijking voor waarbij een tweede tepel onder of boven de gebruikelijke tepel ontstaat, een herinnering aan de melkstreep.

Het klierweefsel van de mamma is waarschijnlijk ontstaan vanuit kliertjes die aanvankelijk geassocieerd waren met haarfollikels. De ontwikkeling van de haar in zo’n follikel werd onderdrukt en het klierweefsel dat oorspronkelijk zweet produceerde kwam onder invloed van een ontwikkelingsprogramma dat ook in de pancreas en de prostaat werkzaam is. De bestanddelen van moedermelk (lactose, caseïne en melklipiden) werden met modificaties gecoöpteerd vanuit al bestaande biosyntheseroutes .

Bij de mens zijn de borsten geprononceerd aanwezig. Vaak wordt betoogd dat dit een gevolg is van seksuele selectie, gestimuleerd door mannelijke voorkeur. De mannelijke fascinatie voor de blote vrouwenborst zou voortkomen uit dezelfde hormonale respons (vrijkomen van oxytocine en een fijn gevoel) die een baby naar de moederborst doet wenden. Uit experimenteel onderzoek blijkt echter dat borsten niet indicatief zijn voor hoge vruchtbaarheid en dat mannen niet systematisch grote borsten prefereren.