Follikel
Het losmazige bindweefsel dat de tandkiem omgeeft.
Muiswerk Educatief (2017)
follikel - zelfstandig naamwoord uitspraak: fol-li-kel 1. met vocht gevuld blaasje in eierstok of darm ♢ in zo'n follikel gaat een eitje rijpen Zelfstandig naamwoord: fol-li-kel de follikel ...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Lat. folliculus = opgeblazen bol, verklw. van follis; zie folie (1)] (med.) zakje of blaasvormige verhevenheid in een slijmvlies, bijv.: de darmfollikels (darmvlokken), de haarzakjes, spec.: blaasje aan eierstok rond rijpend ei (follikel van De Graaf).
G. Th. van Kempen (1974)
(L., folliculus = blaasje), zakje, blaasvormige verhevenheid zoals het bv. voorkomt aan de eierstok. In de eierstok liggen primaire follikels, waarvan de cellen zich vermenigvuldigen en de eicel omhullen. Bij verdere groei komt er tussen de cellen een holte met vocht die groter wordt. De dunne wand is op één plaats verdikt, hier ligt...
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
fotliculus, de algemene naam voor kleine blaasjes, met vocht (vooral afscheiding) gevulde (klier) epitheel-holten.
Veerman (1954)
Blaasje of zakje, b.v. de Graafse blaasjes of eifollikels, de haarzakjes of haarfollikels (z. Haar).
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), (med.) zakje; blaasvormige verhevenheid zoals ze b.v. voorkomen aan het slijmvlies van de darm, aan de eierstok (follikels v. De Graaf).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: