Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Onbekookt

betekenis & definitie

Eig. van spijzen niet door koken tot voldoende gaarheid gebracht; overdr. van gevoelens, meeningen, plannen enz. niet rijpelijk doordacht, oppervlakkig; zie [i]Ndl.

Wdb.[/i] II, 1615; X, 979 en vgl. fri. on-, unbiköge, ondoordacht; V. Janus, 364: halfbekookte plannen; het lat. coquo, koken, overleggen, overdenken, en ons bvn. gaar op personen toegepast in een gare kerel, d.i. een slimmerd, een die van zessen klaar is, en halfgaar (simpel); zie ‘Gaar zijn’ en vgl. fr. mal digéré.