(Gr. Trophonios)
1. Griekse chthonische godheid, die in een hol woonde nabij Levadia in Boeotië, waar hij een orakel had. Na allerlei ceremoniën daalde men in het hol af, en kreeg daar in de slaap de orakeluitspraak van de god.
2. Broer van Agamedes en samen met hem bouwer van de Apollotempel van Delphi.
Zie Agamedes, Delphi