(Gr. Kassandra), dochter van Priamus en Hecabe.
Apollo had haar in liefde de gave der profetie geschonken. Daar Cassandra echter zijn liefde versmaadde, bewerkte de god dat haar voorspellingen door niemand werden geloofd. Zo waarschuwde zij voor het houten paard en voorspelde de val van Troje, zonder enige uitwerking op haar volk. Bij de verovering van Troje zocht zij bescherming in de tempel van Athena, doch Aiax, zoon van Oileus, onteerde en roofde haar; zij viel als buit ten deel aan Agamemnon en werd na zijn tragisch einde ook zelf gedood door Clytaemnestra (Hom. Ilias XfH,366; Od.XI, 421 e.v.; Verg. II, 246,404).ICONOGRAFIE Op Griekse vazen waarop Trojes verwoesting is afgebeeld ziet men soms de roof van Cassandra; op een Attische hydria van de Cleophradesschildcr (ca. 485 v. C.) te Napels, rukt Agamemnon de naakte Cassandra weg van het Athenabeeld dat zij omklemd houdt. Op wanddecoraties in Pompeii: in een exedra van het atrium der casa del Menandro is Cassandra geschilderd, terwijl ze vergeefs de Trojanen voor het houten paard waarschuwt; verder ziet men haar achtervolgd door Aiax.
Zie Priamus, Hecabe, Apollo, Paard van Troje Troje, Aiax, Agamemnon, Clytaemnestra
