(Gr. Admetos), koning van Pherae in Thessalië.
Apollo, uit de Olympus verbannen, diende negen jaar lang bij Admetus als herder. De god verleende hem als gunst, dat, als zijn stervensuur gekomen was, een ander in zijn plaats de dood mocht ingaan.Admetus dong naar de hand van Alcestis, doch haar vader, koning Pelias, gaf slechts zijn toestemming als Admetus zijn bruid zou komen halen in een wagen bespannen met evers en leeuwen; met Apollo’s hulp gelukte dit. Toen Admetus’ levenseinde naderde koos Alcestis vrijwillig voor hem de dood in te gaan, doch door tussenkomst van Heracles, die toevallig bij het echtpaar te gast was, werd Alcestis aan de dood ontrukt en aan haar geliefde gemaal teruggegeven. Euripides wijdde aan dit onderwerp zijn drama ‘Alkestis’.
ICONOGRAFIE Een Romeins reliëf toont Admetus en Alcestis voor de op de troon gezeten koning Pelias. Een sarcophaag uit Ostia in het Vatic. museum (2de eeuw n. C.) vertoont de dood van Alcestis, naast de scène dat Heracles de gestorvene weer terugbrengt uit de onderwereld. Zie Olympus, Alcestis, Pelias, Heracles
