zwieren - regelmatig werkwoord
uitspraak: zwie-ren
1. slingerend heen en weer bewegen
♢ een schommel zwierde aan de boomtak
2. je draaiend en zwaaiend voortbewegen
♢ de schaatsers zwieren over het ijs
Regelmatig werkwoord: zwie-ren
ik zwier
jij/u zwiert
hij/zij zwiert
wij/zij/jullie zwieren
ik/jij/u/hij/zij zwierde
wij/zij/jullie zwierden
hij heeft gezwierd
de/het/een gezwierde ....
zwierend, zwierende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk