zwier - zelfstandig naamwoord
1. het ronddraaien
♢ met een zwier kwam draaide de danser naar ons toe
1. aan de zwier gaan
[cafés en clubs bezoeken]
2. met sierlijke bewegingen
♢ Carmelita kleedt zich met veel zwier
Zelfstandig naamwoord: zwier
de zwier
Gepubliceerd op 14-11-2017
zwier
betekenis & definitie