zwager - zelfstandig naamwoord
uitspraak: zwa-ger
1. broer van de man of vrouw met wie je getrouwd bent
♢ de zwager van Coby heet Jos
2. man met wie je zus getrouwd is
♢ mijn zwager heet Jasper
Zelfstandig naamwoord: zwa-ger
de zwager
de zwagers
het zwagertje
Tegenstellingen
schoonzus, schoonzuster
Gepubliceerd op 14-11-2017
zwager
betekenis & definitie