zoom - zelfstandig naamwoord
1. omgeslagen en vastgenaaide rand onderaan een kledingstuk
♢ de zoom van je jurk hangt eruit!
1. de zoom van het bos
[de rand ervan]
Zelfstandig naamwoord: zoom
de zoom
de zomen
het zoompje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk