jurk - zelfstandig naamwoord
1. kledingstuk voor vrouwen, bestaande uit bovenstuk met vaste rok
♢ ze droeg een rode jurk op het feest
1. de beer een jurk aantrekken
[de zaak mooier voorstellen dan ze is]
2. een blote jurk
[die veel bloot laat]
Zelfstandig naamwoord: jurk
de jurk
de jurken
het jurkje
Synoniemen
japon, toilet
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.