zomeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: zo-me-ren
1. zomer beginnen te worden
♢ met een temperatuur boven de 25 graden is het nu echt aan het zomeren
1. het wil niet zomeren
[het blijft koud]
Regelmatig werkwoord: zo-me-ren
het zomert
het zomerde
het heeft gezomerd
Gepubliceerd op 14-11-2017
zomeren
betekenis & definitie