zelfstandige - zelfstandig naamwoord
uitspraak: zelf-stan-di-ge
1. iemand die niet in loondienst is, maar in zijn eigen onderhoud voorziet
♢ mijn vader werkt niet bij een baas, hij is een zelfstandige
1. een kleine zelfstandige
[iemand met een winkel of bedrijf]
2. zzp'er
[zelfstandige zonder personeel]
Zelfstandig naamwoord: zelf-stan-di-ge
de zelfstandige
de zelfstandigen
Gepubliceerd op 14-11-2017
zelfstandige
betekenis & definitie