zadel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: za-del
1. zitting van leer voor op een rijdier
♢ tijdens de sprong viel Ilse uit het zadel
1. vast in het zadel zitten
[een sterke positie innemen]
2. iemand in het zadel helpen
[hem helpen bij zijn carrière]
Zelfstandig naamwoord: za-del
het zadel
de zadels
het zadeltje
Gepubliceerd op 14-11-2017
zadel
betekenis & definitie