woekeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: woe-ke-ren
1. voortdurend groeien en daardoor schade veroorzaken
♢ het onkruid woekert enorm
2. met veel inspanning zó gebruiken, dat je er het meeste voordeel van hebt
♢ mevrouw Van Soeteren woekert met haar kostbare tijd
Regelmatig werkwoord: woe-ke-ren
ik woeker
jij/u woekert
hij/zij woekert
wij/zij/jullie woekeren
ik/jij/u/hij/zij woekerde
wij/zij/jullie woekerden
hij heeft gewoekerd
woekerend, woekerende
Synoniemen
uitzaaien
Gepubliceerd op 14-11-2017
woekeren
betekenis & definitie