wijn - zelfstandig naamwoord
1. alcoholhoudende drank van druiven
♢ we dronken een glas rode wijn
1. goede wijn behoeft geen krans
[wat goed is hoef je niet te prijzen]
2. we zullen klare wijn schenken
[precies zeggen waar het op staat]
3. water bij de wijn doen
[een beetje toegeven]
4. oude wijn in nieuwe zakken
[iets bekends in een nieuwe vorm]
Zelfstandig naamwoord: wijn
de wijn
de wijnen
het wijntje
Gepubliceerd op 14-11-2017
wijn
betekenis & definitie