wenden - regelmatig werkwoord
uitspraak: wen-den
1. het in een andere richting keren
♢ hij wendde het stuur en ging de hoek om
2. je tot iemand richten
♢ hij wendde zich tot zijn baas om raad
Regelmatig werkwoord: wen-den
ik wend
jij/u wendt
hij/zij wendt
wij/zij/jullie wenden
ik/jij/u/hij/zij wendde
wij/zij/jullie wendden
hij heeft gewend
wendend, wendende
Synoniemen
draaien, zwenken
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk