weifelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: wei-fe-len
1. je bent onzeker en je wacht nog even voordat je iets doet
♢ hij stond lang te weifelen voor hij van de plank sprong
Regelmatig werkwoord: wei-fe-len
ik weifel
jij/u weifelt
hij/zij weifelt
wij/zij/jullie weifelen
ik/jij/u/hij/zij weifelde
wij/zij/jullie weifelden
hij heeft geweifeld
weifelend, weifelende
Synoniemen
aarzelen, twijfelen
Tegenstellingen
aandurven, durven, wagen
Gepubliceerd op 14-11-2017
weifelen
betekenis & definitie