onzeker - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: on-ze-ker
1. niet goed weten wat je moet doen
♢ hij kan veel, maar is toch altijd erg onzeker
2. wat niet vaststaat
♢ het is onzeker of het feest wel doorgaat
1. een onzekere toekomst tegemoet gaan
[niet weten hoe de toekomst eruit zal zien]
2. in het onzekere verkeren
[niet weten hoe het zal aflopen]
3. het zeker voor het onzekere nemen
[geen risico nemen]
3. zonder gevoel voor evenwicht
♢ mijn oude oma loopt erg onzeker
Bijvoeglijk naamwoord: on-ze-ker
... is onzekerder dan ...
het onzekerst
de/het onzekere ...
iets onzekers
Synoniemen
twijfelachtig, wiebelig
Tegenstellingen
gegarandeerd, gewis, vast, zeker
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.