wegblijven - onregelmatig werkwoord
uitspraak: weg-blij-ven
1. niet komen waar je zou moeten zijn
♢ Christiaan is al drie dagen van school weggebleven
2. niet terugkomen
♢ de koorts is gelukkig weggebleven
Onregelmatig werkwoord: weg-blij-ven
ik blijf weg (... ik wegblijf)
jij/u blijft weg (... jij wegblijft)
hij/zij blijft weg (... hij wegblijft)
wij/zij/jullie blijven weg (... wij wegblijven)
ik/jij/u/hij/zij bleef weg (... ik wegbleef)
wij/zij/jullie bleven weg (... wij wegbleven)
hij zijn weggebleven
de/het/een weggebleven ....
Tegenstellingen
komen, terugkeren, terugkomen
Gepubliceerd op 14-11-2017
wegblijven
betekenis & definitie