wateren - regelmatig werkwoord
uitspraak: wa-te-ren
1. urine uitstoten
♢ Pavel stond tegen een boom te wateren
Regelmatig werkwoord: wa-te-ren
ik water
jij/u watert
hij/zij watert
wij/zij/jullie wateren
ik/jij/u/hij/zij waterde
wij/zij/jullie waterden
hij heeft gewaterd
waterend, waterende
Synoniemen
piesen, pissen, plassen, urineren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk