plassen - regelmatig werkwoord
uitspraak: plas-sen
1. urine uitstoten
♢ zij deed een plas op de WC
2. met water spelen
♢ de kinderen plassen door het water
Regelmatig werkwoord: plas-sen
ik plas
jij/u plast
hij/zij plast
wij/zij/jullie plassen
ik/jij/u/hij/zij plaste
wij/zij/jullie plasten
hij heeft geplast
plassend, plassende
Synoniemen
piesen, pissen, urineren, wateren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk