vrijer - zelfstandig naamwoord
uitspraak: vrij-er
1. man van wie je houdt en met wie je vrijt
♢ kijk, dat is nou de vrijer van onze Amber
2. een losse, nog niet serieuze verkering
♢ stel je die vrijer niet een keer aan ons voor?
Zelfstandig naamwoord: vrij-er
de vrijer
de vrijers
het vrijertje
Synoniemen
minnaar, scharrel
Gepubliceerd op 14-11-2017
vrijer
betekenis & definitie