voorstaan - onregelmatig werkwoord
uitspraak: voor-staan
1. laten blijken dat je denkt dat het juist is
♢ wij hebben deze mening altijd voorgestaan
1. je ergens op laten voorstaan
[er overdreven trots op zijn]
Onregelmatig werkwoord: voor-staan
ik sta voor (... ik voorsta)
jij/u staat voor (... jij voorstaat)
hij/zij staat voor (... hij voorstaat)
wij/zij/jullie staan voor (... wij voorstaan)
ik/jij/u/hij/zij stond voor (... ik voorstond)
wij/zij/jullie stonden voor (... wij voorstonden)
hij heeft voorgestaan
Synoniemen
verdedigen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk