vlaag

betekenis & definitie

vlaag - zelfstandig naamwoord

1. wind die plotseling opkomt en snel weer verdwijnt
♢ door een vlaag waaide het kleed van tafel
1. bij vlagen
[af en toe, met tussenpozen]
2. in een vlaag van verstandsverbijstering
[toen hij even erg in de war was]

Zelfstandig naamwoord: vlaag
de vlaag
de vlagen
het vlaagje