Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

vierkant

betekenis & definitie

vierkant - bijwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: vier-kant

1. rechtstreeks, zonder eromheen te draaien
♢ ik heb hem vierkant de waarheid gezegd

1. met vier even lange zijden
♢ het blad van deze tafel is vierkant
2. om aan te geven dat je lengte en breedte hebt vermenigvuldigd
♢ de tuin is twintig vierkante meter
3. breed en hoekig
♢ baas Smal heeft een vierkant postuur

1. figuur met vier even lange zijden en vier hoeken van 90 graden
♢ iedere vierkant is een vierhoek, maar niet iedere vierhoek is een vierkant

Bijwoord: vier-kant

Bijvoeglijk naamwoord: vier-kant
de/het vierkante ...
iets vierkants

Zelfstandig naamwoord: vier-kant
het vierkant
de vierkanten
het vierkantje