verwonden - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-won-den
1. een beschadiging krijgen of toebrengen
♢ bij dat zagen heeft hij zijn hand verwond
Regelmatig werkwoord: ver-won-den
ik verwond
jij/u verwondt
hij/zij verwondt
wij/zij/jullie verwonden
ik/jij/u/hij/zij verwondde
wij/zij/jullie verwondden
hij heeft verwond
de/het/een verwonde ....
verwondend, verwondende
Synoniemen
blesseren, kwetsen
Gepubliceerd op 14-11-2017
verwonden
betekenis & definitie