verwoesten - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-woes-ten
1. ervoor zorgen dat er niets van overblijft
♢ het huis was helemaal verwoest
Regelmatig werkwoord: ver-woes-ten
ik verwoest
jij/u verwoest
hij/zij verwoest
wij/zij/jullie verwoesten
ik/jij/u/hij/zij verwoestte
wij/zij/jullie verwoestten
hij heeft verwoest
de/het/een verwoeste ....
verwoestend, verwoestende
Synoniemen
tenietdoen, vernielen, vernietigen
Gepubliceerd op 14-11-2017
verwoesten
betekenis & definitie