vertonen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-to-nen
1. het laten zien, zichtbaar maken
♢ in die bioscoop vertonen ze de nieuwste films
1. tekenen van angst vertonen
[hij ziet er angstig uit]
2. je laten zien
♢ hij kan zich met dit kapsel niet op straat vertonen
Regelmatig werkwoord: ver-to-nen
ik vertoon
jij/u vertoont
hij/zij vertoont
wij/zij/jullie vertonen
ik/jij/u/hij/zij vertoonde
wij/zij/jullie vertoonden
hij heeft vertoond
de/het/een vertoonde ....
vertonend, vertonende
Gepubliceerd op 14-11-2017
vertonen
betekenis & definitie