veroordelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-oor-de-len
1. bepalen dat hij die straf moet krijgen
♢ de rechter veroordeelde hem tot drie jaar gevangenis
2. zeggen dat je het verkeerd vindt
♢ ik veroordeelde zijn brutale gedrag
Regelmatig werkwoord: ver-oor-de-len
ik veroordeel
jij/u veroordeelt
hij/zij veroordeelt
wij/zij/jullie veroordelen
ik/jij/u/hij/zij veroordeelde
wij/zij/jullie veroordeelden
hij heeft veroordeeld
de/het/een veroordeelde ....
veroordelend, veroordelende
Synoniemen
afkeuren
Tegenstellingen
toejuichen
Gepubliceerd op 14-11-2017
veroordelen
betekenis & definitie