rechter - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: rech-ter
1. wat rechts zit
♢ mijn rechterarm doet pijn
1. laat je linkerhand niet weten wat je rechter doet (TB)
[schep niet op over wat je goed doet]
1. wie verdachten moet beoordelen en straffen
♢ de rechter vond dat hij geen straf verdiende
1. eigen rechter spelen
[zelf wraak nemen op iemand]
Bijvoeglijk naamwoord: rech-ter
Zelfstandig naamwoord: rech-ter
de rechter
de rechters
het rechtertje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk