verleggen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-leg-gen
1. een andere plaats geven
♢ ik weet zeker dat ik die boeken verlegd heb
2. anders neerleggen
♢ de verpleegster verlegde het hoofd van de zieke
Regelmatig werkwoord: ver-leg-gen
ik verleg
jij/u verlegt
hij/zij verlegt
wij/zij/jullie verleggen
ik/jij/u/hij/zij verlegde
wij/zij/jullie verlegden
hij heeft verlegd
de/het/een verlegde ....
verleggend, verleggende
Synoniemen
verplaatsen
Gepubliceerd op 14-11-2017
verleggen
betekenis & definitie