verkeren

betekenis & definitie

verkeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-ke-ren

1. daarin zijn
♢ zij verkeert in levensgevaar
1. hij verkeert in moeilijke omstandigheden
[zijn omstandigheden zijn moeilijk]
2. hij verkeert in een gunstige positie
[de situatie is gunstig voor hem]
2. er regelmatig komen
♢ hij verkeert in bepaalde kringen

Algemene uitdrukkingen:
1. het kan verkeren
[de situatie is helemaal anders nu]
Regelmatig werkwoord: ver-ke-ren
ik verkeer
jij/u verkeert
hij/zij verkeert
wij/zij/jullie verkeren
ik/jij/u/hij/zij verkeerde
wij/zij/jullie verkeerden
hij heeft verkeerd
verkerend, verkerende