Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

gunstig

betekenis & definitie

gunstig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: gun-stig

1. wat iemand voordeel geeft, wat geschikt is
♢ het weer is gunstig voor de boottocht
1. in het gunstigste geval
[als zich de beste mogelijkheid voordoet]
2. gunstig tij
[een geschikte periode]
3. een gunstig voorteken
[dat een goede afloop doet verwachten]
2. waaruit blijkt dat je het beste voor iemand wilt
♢ wij zijn hem gunstig gezind
1. de weergoden zijn ons niet gunstig gezind
[het is slecht weer]
2. iets gunstig ontvangen
[er positief over oordelen]
3. gunstig bekendstaan
[een goede naam hebben]
3. wat goed is voor het bereiken van een bepaald doel
♢ als de wind gunstig is, kunnen we vertrekken

Bijvoeglijk naamwoord: gun-stig
... is gunstiger dan ...
het gunstigst
de/het gunstige ...
iets gunstigs

Tegenstellingen
ongunstig, onvoordelig