vereenzelvigen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-een-zel-vi-gen
1. er dezelfde zaak van maken
♢ je kunt die twee dingen niet vereenzelvigen
1. je met iemand of iets vereenzelvigen
[als één geheel beschouwen]
2. iemand worden die graag alleen is
♢ in een paar jaar tijd vereenzelvigde zij
Regelmatig werkwoord: ver-een-zel-vi-gen
ik vereenzelvig
jij/u vereenzelvigt
hij/zij vereenzelvigt
wij/zij/jullie vereenzelvigen
ik/jij/u/hij/zij vereenzelvigde
wij/zij/jullie vereenzelvigden
hij heeft vereenzelvigd
de/het/een vereenzelvigde ....
vereenzelvigend, vereenzelvigende
Gepubliceerd op 14-11-2017
vereenzelvigen
betekenis & definitie