verdelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-de-len
1. er delen van maken
♢ we hebben de taart netjes verdeeld
Regelmatig werkwoord: ver-de-len
ik verdeel
jij/u verdeelt
hij/zij verdeelt
wij/zij/jullie verdelen
ik/jij/u/hij/zij verdeelde
wij/zij/jullie verdeelden
hij heeft verdeeld
de/het/een verdeelde ....
verdelend, verdelende
Synoniemen
delen, omslaan
Gepubliceerd op 14-11-2017
verdelen
betekenis & definitie