netjes - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: net-jes
1. met goede manieren, zoals het hoort
♢ hij heeft me netjes behandeld
2. schoon, met nette kleren en haren, niet te opvallend
♢ Ardie was netjes gekleed voor de sollicitatie
Bijvoeglijk naamwoord: net-jes
Synoniemen
behoorlijk, beschaafd, correct, fatsoenlijk, gepast, keurig, verzorgd, voorkomend, zedelijk
Tegenstellingen
onbehoorlijk, onfatsoenlijk, onooglijk, slordig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.