vangen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: van-gen
1. vastpakken met je hand
♢ je moest de bal vangen
1. een boef vangen
[hem grijpen]
2. er geld voor vangen
[er geld voor krijgen]
Onregelmatig werkwoord: van-gen
ik vang
jij/u vangt
hij/zij vangt
wij/zij/jullie vangen
ik/jij/u/hij/zij ving
wij/zij/jullie vingen
hij heeft gevangen
de/het/een gevangen ....
Synoniemen
grijpen, tasten
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk