Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

uitladen

betekenis & definitie

uitladen - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-la-den

1. ergens vracht of spullen uithalen
♢ de vrachtwagen werd met man en macht uitgeladen

Regelmatig werkwoord: uit-la-den
ik laad uit (... ik uitlaad)
jij/u laadt uit (... jij uitlaadt)
hij/zij laadt uit (... hij uitlaadt)
wij/zij/jullie laden uit (... wij uitladen)
ik/jij/u/hij/zij laadde uit (... ik uitlaadde)
wij/zij/jullie laadden uit (... wij uitlaadden)
hij heeft uitgeladen
de/het/een uitgeladen ....
uitladend, uitladende

Tegenstellingen
laden