uitgetrokken - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: uit-ge-trok-ken
1. naar buiten gehaald
♢ we hebben het tafelblad uitgetrokken
2. uit elkaar gehaald
♢ oma heeft de gebreide sjaal weer uitgetrokken
3. beschikbaar gesteld
♢ het uitgetrokken geld was niet voldoende
Bijvoeglijk naamwoord: uit-ge-trok-ken
Gepubliceerd op 14-11-2017
uitgetrokken
betekenis & definitie